Katten komen altijd op hun pootjes terecht
Luca lag lang uitgerekt op de vensterbank. Haar staart bungelde langs haar lichaam. De eerste zonnestraaltjes schenen op haar snoet. In de verte zag ze een paar vogels. Luca was een poes met een echt gouden mandje. Ze had alles wat haar hartje begeerde. Dit was niet altijd het geval geweest. Luca is nog maar een paar weken geleden verhuisd naar deze nieuwe human. Bij haar vorige humans moest Luca altijd op haar tenen lopen. Er kon altijd wel iets gebeuren…
Luca was toen namelijk niet de enige poes in het huis. Er was nog een ander poes genaamd Loes. Loes was geen kat om zonder handschoenen vast te pakken. Althans dit gold voor Luca. Als de humans in de beurt waren, deed Loes poeslief. Als de humans maar even wegkeken, vond Loes altijd een manier om het leven van Luca zuur te maken.
Als Luca eindelijk een plekje voor zichzelf had gevonden, kwam Loes negen van de tien keer haar plekje stelen. Ze kon nooit even rustig slapen. Als de humans van huis waren, was het voer al op voordat Luca iets wilde gaan eten. Als de humans thuis waren, liet Loes wel netjes eten voor Luca staan. Maar als de humans even niet keken, at Loes snel het eten van Luca op.
Zelfs toen Luca flink wat kilo’s afvielen, leken de humans niets door te hebben van het pestgedrag van Loes. Ook toen Luca’s mooie vacht veranderde in een dunne vacht met klitten, zagen de humans niet wat de oorzaak hiervan was. Luca begon zich steeds vaker terug te trekken. Ze verstopte zich bijvoorbeeld in grote kasten. Het stoffige hoekje op de onderste plank was het beste verstopplekje. Maar het was een kwestie van geduld voordat Loes haar ook hier vond. Luca had inmiddels alle verstopplekjes geprobeerd toen ze besloot dat ze binnen geen rust meer ging vinden. Ze bleef daarna dagenlang buiten op zoek naar plekjes waar ze wel kon rusten.
Op een dag stond het kiertje van de deur van de buren om de hoek open. Luca sloop zo stil mogelijk naar binnen. De deur kraakte een beetje, toen ze er langsliep. Zou iemand het gehoord hebben? Toch hield het Luca niet tegen om meteen op ontdekkingsreis te gaan. Ze sloop zo zachtjes mogelijk in het huis. Wauw! Ze hadden hier zoveel donkere en hoge verstopplekjes. Toen viel Luca’s oog op een enorm groot bed met een dik, wollen dekbed. Ze sprong er meteen op en begon het bed te kneden. Na een paar minuten kneden was het wel genoeg. Ze kroop onder het heerlijke dekbed. Tijd voor een dutje.
Luca schrok wakker van een hard geluid. Wat was dat geluid? Was dat de voordeur? Shit, is er iemand thuis? Ze sprintte onder het dekbed vandaan en maakte aanstalten naar de voordeur. Ze hield haar lichaam zo dicht mogelijk bij de grond om te voorkomen dat iemand haar zag. Toen ze bijna bij de voordeur was, keek ze recht in de ogen van een van de humans van het huis.
Luca haar pupillen waren groot en haar rug was bol. Er gebeurde niets. De human stond stil en deed niets. Wilde ze haar niet wegjagen? Zo keken Luca en de human elkaar een paar minuten aan. De human stak zijn hand uit. Wilde hij mij nou aaien? Langzaam liep Luca naar de hand en rook eraan. Toen voelde ze de zachte hand van de human over haar kopje. Wat voelde dat lekker! De human willen mij dus niet weg hebben?
Na het aaien ging de human op de bank zitten. Luca ging voorzichtig naast de human op de bank zitten. Zo zaten ze een paar uur samen op de bank. Luca keek naar buiten. Was het al zo laat? Tijd om naar huis te gaan…Maar ik wil nog niet naar huis. Toch besloot Luca om naar huis te gaan.
Na deze dag ging Luca steeds vaker op bezoek bij de nieuwe human. Wat was het hier zo fijn! Er vlogen weken voorbij. Luca bleef zelfs slapen bij de nieuwe human. Luca haar grootste droom werden werkelijkheid: ze mocht liggen op het grote en zachte humanbed. Opgerold lag ze aan het voeteneinde. Zo kon ze haar nieuwe human beschermen.
De volgende ochtend lag Luca languit op de vensterbank. Op haar gezicht schenen de eerste zonnestraaltjes. Plotseling viel haar oog op iets. Ze zag haar nieuwe human praten met haar eigen humans. Ze probeerde te begrijpen waar ze het over hadden, maar ze wist het niet. Zouden haar humans boos zijn? Mag ze hier niet meer slapen? Haar oude humans hun gezicht was niet boos. Toen keek ze naar het gezicht van haar nieuwe human. Hij keek blij en enthousiast. Wat zou het toch zijn?
Na een tijdje liep de nieuwe human weer terug naar huis. Hij was niet alleen, de oude humans liepen ook mee. Ze hadden van alles vast: mijn kattenbak, mijn favoriete mand en een tas. Waarom hebben ze dat allemaal mee? Wat zou er in de tas zitten? Toen de oude humans eindelijk arriveerden, keek Luca meteen in de tas. Het waren al haar lievelings speeltjes. Wat gaan ze daarmee doen? Dat is van mij! De oude humans staken hun armen uit. Luca liep voorzichtig naar hen toe. De oude humans knuffelde Luca en toen liepen ze weg. De spullen bleven achter…Betekende dit dat ze mocht blijven?
De volgende dagen bleef Luca logeren bij de nieuwe human. Als de nieuwe human thuiskwam van werk, had hij elke keer nieuwe spullen mee, nieuwe mandjes, nieuwe speeltjes en heerlijk voer. Op een dag kreeg ze zelfs een nieuw halsbandje. Dus ze mocht echt blijven! Wat was Luca blij. Hier voelde ze zich echt thuis.
Luca genoot van haar tijd bij haar nieuwe human. Ze voelde zich nu helemaal op haar plekje. Haar ervaring met Loes had echter sporen achtergelaten. Luca genoot voorheen volop van buiten zijn. Ze hield van de natuur en nog meer van omringd zijn door andere katten. Luca was nu al heel lang niet meer naar buiten gekomen. Ze was andere katten liever kwijt dan rijk. Want wat als ze net als Loes zouden doen? Haar vertrouwen in de katheid was verloren. Gelukkig kon ze nu wel vertrouwen op haar nieuwe lieve human.
Na een paar maanden was het weer tijd voor een bezoekje aan de dierenarts. De human van Luca maakte zich zorgen. Luca was namelijk erg afhankelijk geworden. Ze ging zelden nog naar buiten en speelde niet meer met andere katten. Ze wilde wel de hele tijd spelen met haar human. De human wilde dit ook graag, maar moest ook andere dingen doen zoals werken. Als de human naar kantoor was, sliep Luca de hele dag. Zo ging de tijd sneller. Dit leek handig, maar had ook nadelen. Ze werd namelijk steeds minder actief en minder fit.
Toen Luca de kleine deportatiecel (reismand) zag, wist ze meteen waar ze heen ging. Luca had een hekel aan de dierenarts. Ze hield er niet van dat iemand in een witte jas aan haar ging pulken. De weg ernaartoe vond ze helemaal verschrikkelijk. Ze voelde zich claustrofobisch in die mini gevangenis!
Onderweg naar de dierenarts zag ze een van de kleinste honden ter wereld, een chihuahua. Wat zijn dat toch lelijke beesten. Ze vond ze het lelijkste van alle honden. Je zou geeneens een hond mogen noemen, zo’n lelijk klein ding. En ze waren ook nog eens ontzettend lui. Ze zaten vaak in van die kleine handtasjes. Wacht eens even, deze chihuahua kende ze! Dit was die chihuahua die op haar mooie voortuintje had gepoept. Het heerlijke voortuintje waar Luca genoot van de warme zon. Verder dan het voortuintje kwam ze tegenwoordig niet meer. Luca durfde niet meer verder weg te gaan van het huis. Ze wilde geen andere katten tegenkomen. Hierdoor was het voortuintje heel erg belangrijk voor haar. Hoe langer ze dacht over het voortuintje, hoe bozer Luca werd.
Wat was ze ontzettend boos op deze hond. Luca blies en maakte krabgebaren naar het lelijke mormel. Plotseling ging de mini gevangenis open. Ha, dit was haar kans om die hond eens een lesje te leren. Toen ze oog in oog met de chihuahua stond, viel haar opeens iets anders op. Ze zag twee honden achter de chihuahua staan, niet zomaar twee honden. Dit waren twee heel grote honden, namelijk pitbulls. Het leek alsof deze pitbulls dagelijks een paar uur in het krachthonk stonden.
Die chihuahua had ik makkelijk aangekund, maar dit is een iets te grote uitdaging! Luca nam snel het hazenpad. Ze rende, rende en rende. Voordat Luca het wist was ze volledig uitgeput. Wat heb ik een dorst! Zou hier ergens water zijn? Maar waar ben ik eigenlijk? Luca zag lange straten, hoge bomen vol met donkere bladeren en kleine winkeltjes met veel spulletjes op de vensterbank. Geen van deze dingen herkende ze niet. Zo ver kan ik toch niet zijn? Als ik nu weer terugloop? Snel liep ze weer terug. Ik kwam van de linkerkant, of toch niet? Deze straat herken ik ook niet. Snel liep ze naar de rechterkant. Ook deze straat herkende ze niet. Als ik nu gewoon doorloop, herken ik vast wel iets. Niets was minder waar. Een paar straten verder kwamen haar ook totaal niet bekend voor.
De straten leken allemaal hetzelfde. Loop ik nou rondjes? Waar kwam ik nou vandaan, links of rechts? O god, ik weet het niet meer
Wat nu? Wat moet ik nu doen? Luca probeerde zichzelf gerust te stellen, maar ze werd steeds angstiger. Ging ze ooit haar human weer terugvinden? Dagen en nachten liep Luca rond. Ze probeerde straten te vinden die ze herkende, maar tevergeefs. Ondertussen had Luca flink honger gekregen.
Gelukkig kwam ze tijdens haar zoektocht wel vriendelijke mensen tegen. Ze gaven haar niet alleen een zachte aai over haar bol, maar gaven haar ook wat te eten. Al vond ze het voer een stuk minder lekker smaken dan haar luxe Prinsvoer. Ze kreeg bijvoorbeeld stukjes hard brood, vis met de visgraatjes er nog in en stukjes taaie kipfilet. Maar beter dan niets…
Er was iets waar ze zich veel meer zorgen over maakte, namelijk haar human. Wat mist ze hem enorm! Als zij ze al zo erg misten, hoe erg zou haar human haar dan wel missen? Ze konden niet zonder haar! Als Luca thuis al even zich verstopte, riep de human haar snel. Arme human, ze zijn niets zonder haar. Zou ze hen ooit weer terugzien?
Vele dagen liep Luca nog rondjes rond. Ze bleef volhouden dat ze de weg terug zou vinden. Na een paar weken raakte Luca steeds gedemotiveerder. Na een maand gaf Luca het op. Ze had haar leven op straat omarmd. Het was prima rooien. De hele wereld was haar kattenbak. Als je je best doet voelt een metalen parkbank bijna zo zacht als een mandje…Wie houd ik voor de gek? Ik mis mijn eigen plekje. Hier in het wild kwam ze overal katten tegen. Had ze eindelijk een fijn plekje gevonden? Dan kwam een andere kat het snel weer opeisen. Ze gingen dicht tegen Luca aanzitten. Dat vond Luca niet fijn. Ze vertrouwde andere katten niet en was bang voor ze. Ze probeerde andere katten daarom zo veel mogelijk te ontwijken. Ze wilde gewoon alleen zijn!
Ook mensen vertrouwde ze niet helemaal. In het begin vond ze de aaitjes van vreemde mensen wel fijn, maar nu niet meer.
Haar eigen human was haar geeneens komen redden! Haar oude humans hadden haar ook verlaten. Hoe kon ze vreemden vertrouwen als haar eigen humans haar zo in de steek lieten? Luca zat daarom meestal verstopt in bosjes en hoekjes. Als de kust veilig was, at ze wat voer dat vreemde humans neer hadden gelegd. Helaas was het meeste voer dan inmiddels al op. Als een human voer kwam brengen, vlogen alle zwerfkatten er namelijk op af. Zelfs katten met een eigen huis waren zo brutaal om het eten voor de neus van Luca te jatten. Onbeschoft!
Op een dag lag Luca op een metalen, oude parkbankje te slapen. Voor haar op het grasveld waren andere katten aan het spelen. Nu kon ze eindelijk rustig genieten van de warmte van de zon. Ze was net aan het soezen (dutje doen) toen ze een geluid dicht bij haar hoorde. Ze sprong meteen rechtop en haar ogen waren opengesperd. Het was een kat, die maar een paar centimeter van haar vandaan zat. Nee, toch niet weer een kat die mijn plekje wil stelen? De katten waren toch aan het spelen? Huh, deze kat kende ze. Het was haar oude huisgenoot, Loes. Wat deed zij hier?
Luca schoot meteen in de stress en stond op het punt om weg te sprinten. Toen Luca een poot naar voren zette, hield Loes haar gegen. Luca zei: Wat wil je van mij? Jij hebt al mijn oude huis én nu wil je ook nog dit parkbankje? Laat mij met rust! Loes schrok en nam afstand van Luca. Loes zei: ‘Laat me alsjeblieft uitpraten. Je human is al wekenlang op zoek zijn naar je.’ Luca slaakte een diepe zucht. Ze waren dus wel op zoek naar mij? Was het dan echt waar? Maar hoe kom ik ooit weer terug? Loes herkende de bezorgde blik op Luca’s gezicht. De bezorgde blik die Luca vaak had toen ze nog huisgenoten waren.
De bezorgde blik die de schuld was van Loes. Loes voelde een knoop in haar maag. Om snel van die blik af te zijn zei ze: ‘Ik weet de weg terug!’ Luca haar gezicht straalde. Eindelijk, ik kan weer naar huis. Maar kon ze haar oude huisgenoot wel vertrouwen? Luca nam het zekere voor het onzekere en verkoos de bosjes boven het vertrouwen van Loes. Loes had haar vertrouwen zo vaak geschaad. Luca was beter af in het wild. Ze wist dan tenminste waar ze naar toe was. Ze kon niemand vertrouwen, alleen zichzelf. ‘Ga weg!’ schreeuwde Luca naar Loes. Loes wist niet wat ze anders kon doen en vertrok.
De volgende dagen bleef Luca denken aan Loes. Ze droomde over Loes en over haar human. Ze droomde over veilig slapen in het grote en zachte humanbed, aan het voeteinde. Eindelijk een nacht doorslapen, wat zou dat heerlijk zijn. Toen ze weer wakker werd, voelde ze tranen in haar ogen. S Nachts droomde ze over de mooiste dingen. Wakker zijn voelde hierdoor nog meer als een nachtmerrie. Nu ze wist dat de human haar wel zocht -althans als Loes niet had gelogen-, had ze minder vrede met het leven in het wild. Er wachtte een warm huis op haar…Maar waar is het?
De volgende dag opende Luca langzaam haar ogen. Wat was ze moe. Slapen ging niet meer goed. Ze wilde niet meer dromen over haar human. Ze wilde geen verdriet voelen. Daarom probeerde ze zo lang mogelijk wakker te blijven. Toch viel ze door de enorme vermoeidheid soms in slaap, zoals zo net. Door spleetjes zag ze een vage schim. Het was een kat. Toen ze eindelijk scherp zag, zag ze dat het Loes was. Alweer zij! Wat moet zij van mij? Luca negeerde Loes volledig. Toch bleef Loes elke dag terugkomen. Zou Loes weten hoe het met haar human gaat? Ach, Loes zou toch liegen. Ze is niet te vertrouwen! Luca’s nieuwsgierigheid werd elke dag iets groter…en groter. Net als haar verlangen naar een warm huis.
Er gingen vele dagen voorbij en Loes bleef elke dag terugkomen naar het parkje. Op een dag kon Luca haar nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ze sloop langzaam naar Loes en bleef op een afstandje staan. Ze vroeg twijfelend aan Loes hoe het met haar human ging. Wat ze toen hoorde deed haar hart smelten. Loes vertelde dat haar human nog elke dag zoekt naar Luca. Ze hebben vele posters opgehangen en hebben zelfs een beloning voor de vinder van maar liefst 2000 euro! Loes vroeg haar of ze echt niet met haar wilde meegaan naar haar human. Toch vertrouwde Luca Loes nog niet volledig…en bedankte voor het aanbod.
Loes bleef nog steeds elke dag langskomen. Er ging geen dag voorbij dat Loes niet langskwam. Loes zat elke dag een paar uur onder de grote boom midden in het grasveld. Ze deed niets en wachtte alleen maar. Hoe meer dagen er voorbijgingen, hoe meer Luca pijn in haar buik kreeg. Het voelde als een grote knoop in haar buik. Als ze dacht aan haar oude huis en haar human, werd de buikpijn nog erger.
Luca had door de buikpijn ook minder honger. Bovendien was ze het slechte eten helemaal zat. Ze wilde echt eens eten. Toch viel ze niet af. Ze leek zelfs een beetje zwaarder. De parkbankjes lagen door het extra gewicht nog slechter. Het deed zelfs een beetje pijn. Of was dat de pijn van het gemis? Zou ze de gok nemen om Loes te vertrouwen? Luca besloot er een nachtje over te slapen. Luca bleef malen en malen. Ze kon maar niet in slaap vallen. Oké dan! Ik neem de gok. Wat heb ik nog te verliezen?
Het leek uren te duren voordat Loes kwam opdagen. Luca was zo zenuwachtig dat ze geen oog dicht had gedaan. Ze wachtte en wachtte… Zou ze niet meer komen? Zie je wel: ze is niet te vertrouwen… Iedereen laat mij in de steek! Luca haar ogen vielen bijna dicht toen ze schrok van een krakend geluid. Ze was in een keer klaarwakker en ze zag Loes. Eindelijk!
Samenliepen Luca en Loes terug naar hun oude buurt. Luca herkende deze straten niet. Pas na vele meters lopen leek ze een straat een beetje te herkennen. Opeens stopte Loes met lopen en keek Luca verward aan. Ooh, god. Is ze nu ook de weg kwijt? Loes kijk achterom naar Luca. Had ze nou tranen in haar ogen? Loes zei met een trillende stem: ‘Het spijt mij dat ik je heb gepest. Ik wilde alle aandacht, omdat ik dit vroeger nooit kreeg. Luca keek haar aan met een liefdevolle blik. Ze wist precies hoe dat voelde. Ze zeiden niets tegen elkaar, maar leken elkaar volledig te begrijpen. Ze liepen verder. Beide katten liepen met hun staart gekruld omhoog.
Na een tijdje lopen kwamen Loes en Luca aan in hun vertrouwde oude buurt. Ze keken elkaar twijfelend aan. Luca gaf Loes een kopje en Loes slaakte een diepe zucht. Met een krullende staart kroop Luca het kattenluikje in. Haar human hoorde het kattenluikje klapperen. Hij stond meteen op en riep: ‘Luca, ben jij het?’. Hij rende naar Luca toe en omhelsde haar. Wat was Luca blij om weer thuis te zijn. Eindelijk rust! Luca kroop tevreden op de schoot van de humans. Toen ze in de avond aan het voeteneinde van het warme en grote bed lag, voelde ze zich compleet. Wat was ze gelukkig!
Een paar dagen later hoorde de human het kattenluikje klepperen. Kwam er nou een vreemde kat naar binnen? Luca ging nooit meer naar buiten. De human haastte zich naar het kattenluikje. Tot zijn verbazing was het geen kat die naar binnen ging, maar een kat die naar buiten ging. Zijn eigen kat! Luca ging eindelijk weer naar buiten. De human keek naar buiten en zag Luca zelfs spelen met andere katten. De human was blij voor Luca, maar bestelde wel meteen een halsbandje met een gps-tracker aan. Want wat hij had meegemaakt, wilde hij nooit meer ervaren.
De weken verstreken en Luca ging steeds vaker naar buiten. Ze hield nog steeds van de aandacht van haar human, maar kon zich ook heel goed zelf vermaken. Luca had weer het vertrouwen gekregen in andere katten.
Er was echter nog iets anders dat de human opviel aan Luca. Ze was de afgelopen weken steeds dikker geworden… Zou Luca iets hebben opgelopen tijdens haar verdwijning? Hij maakte zich erg zorgen. De human liet deze keer de dierenarts op huisbezoek komen. Gelukkig bleek Luca kerngezondheid…maar ze was niet meer alleen. Ze was namelijk zwanger! Zo alleen was Luca dus niet geweest tijdens haar verdwijning…
