Prinses Helena en de draak

Er was eens een meisje, een prinses, Helena was haar naam. Prinses Helena zat vast tussen vier muren in een toren, zo hoog dat ze alleen nog wolken zag. Daar leefde ze vooral in haar bed. Maar hoe mooi dit bed ook was, met de mooiste gordijnen en schilderingen van bloemen en wat ze zich nog herinnerde van ‘het buiten’ waar ze ooit was geweest, miste ze het gevoel van gras onder haar voeten, zien zo ver als de horizon en lopen zover als haar voeten haar namen. Buiten waakte een grote draak, haar schubben de kleur van smaragden. De draak vloog rondjes en zorgde voor eten en kwam vaak langs om te zorgen dat Prinses Helena wel echt in haar toren bleef. Ze probeerde tegen de draak te vechten, maar hoe meer ze vocht, hoe hoger de toren, en hoe kleiner de kamer werd. Uiteindelijk kon ze nieteens meer haar bed uit, zo erg was de kamer gekrompen. Buiten was het donker en bewolkt, de kilte deed haar beven.

Op een dag besloot ze te stoppen met vechten, ze was moe en zag in dat haar gevecht haar nergens bracht. En toen ineens begon de toren heel langzaam te zakken en de kamer langzaam te groeien. Uiteindelijk was ze terug bij hoe het die ene eerste dag, zo lang geleden dat ze nieteens meer wist wanneer, begonnen was. De dag dat ze ineens daar in die toren zat. Ze kon weer haar bed uit, en langzaam kwam er weer licht door de ramen. De wolken trokken langzaam weg, er kwam steeds meer blauw en sterren door het grijswitte wolkendek heen. Ze begon de wereld buiten haar muren, die ze zolang niet meer gezien had, weer te ontdekken. Door het stilstaan kon ze eindelijk weer genieten.

De draak begon met de tijd ook steeds minder eng te lijken, misschien had ze haar wel verkeerd ingeschat, zouden ze misschien wel vrienden kunnen worden? De draak bracht haar immers ook altijd wat ze nodig had. Prinses Helena besloot moedig te zijn, want vrienden met een draak worden was tenslotte ontzettend eng, en bang was ze ook zeker, vooral aan het begin. Maar moedig zijn is iets doen, ondanks de angst, en dit is wat ze wou, ze had tenslotte gezien wat niet meer vechten haar bracht. Heel langzaamaan probeerde ze voorzichtig contact te zoeken met de draak. Eerst moest ze naar de draak durven te kijken, stoppen met willen ontkennen dat die er was. Ze begon met de draak te bedanken voor wat ze langsbracht, van eten tot kleding en spellen en schilderspullen om haar te vermaken. Langzaam aan werden dit langere gesprekken, speelde ze zelfs samen.

Dit ging zo goed dat Prinses Helena en de draak steeds meer een band opbouwde, de draak vergaf haar voor hoe hard ze gevochten had. Ze gaf Prinses Helena begrip voor hoe eng het geweest moest zijn toen zij ineens was verschenen in haar leven, zomaar uit het niets. Zo voelde het althans voor Prinses Helena, want de draak was er altijd geweest. Alleen vanaf dat moment had de draak het nodig gevonden in te grijpen en haar te beschermen. Prinses Helena was nog jong toen de draak in haar leven verscheen, en haar ouders waren weg, natuurlijk was dat eng. Ze zag nu echt in dat de draak nooit kwaad in haar zin had gehad.

De draak bood ook haar excuses aan, ze gaf toe wat doorgedraafd te zijn in het willen beschermen, net zoals Prinses Helena te hard gevochten had. En hoe harder ze gevochten had, hoe meer de draak haar wou beschermen. “De draak heeft haar werk goed gedaan, soms misschien wat te extreem, maar altijd uit een goed hart.” Bedacht Prinses Helena zich.

Ineens viel het haar op dat de toren nog meer was gezakt, hij was niet zo hoog meer. Ook was ze zo goed bevriend geraakt met de draak en zo moedig geworden dat ze beide genoeg vertrouwen hadden om kleine vluchtjes te maken, Prinses Helena achterop de rug van de draak. Haar angsten waren verzacht en de draak liet haar beschermzucht zakken, maar hield nog wel de leiding.

De draak liet haar stukjes van de wereld zien, niet teveel in één keer, eerst maar om de toren heen en langzaam steeds verder. Prinses Helena was tenslotte al meer dan 10 jaar niet uit de toren geweest, op haar ontsnappingspogingen aan het begin na waardoor de toren was begonnen met stijgen. Het moest allemaal rustig aan, en ze kreeg de tijd er echt van te genieten en het te koesteren, en bij te komen van alle grote indrukken. Van de grote weides, de prachtige bossen die met de seizoenen van kleur veranderde, de paarse heide en de golvende zee.

En toen ineens was daar de dag dat de ooit zo hoge toren, waarin Prinses Helena niets anders dan wolken en duisternis zag, ineens een hutje was geworden. Ze kon zo de deur uitstappen en naar buiten, gaan en staan waar ze wou. De prinses had vrede gevonden en het leven weer gezien. Ze leefde nog heel lang, en heel gelukkig. Samen met haar beste vriendin de draak die nooit haar zijde verliet, want die liet ze nooit meer gaan.

“Wat is eigenlijk je naam mijn lieve draak?” Vroeg Prinses Helena enigszins beschaamd. “Snap je het nou nog niet? Ik ben een deel van jou. Ik ben hier om jou te beschermen.”

Michaela woont in Nederland maar is stiekem getrouwd in Schotland waar ze zich het meest thuis voelt. Op de basisschool schreef ze al hele verhalen en ookal stopte ze soms met schrijven pakt ze het toch elke keer weer op.
Ze heeft veel meegemaakt in haar leven maar weet er ook elke keer wat moois van te maken, iets wat je ook terug zal vinden in haar schrijfsels. Ze schrijft vaak diep, rauw en eerlijk en neemt je daarmee zo mee in haar leven. Of soms een verhaal wat er stiekem toch wel een wat van weg heeft. Zowel in het Nederlands als het Engels sleuren haar verhalen en gedichten je mee.
Michaela
schrijfster

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *