Beroemd in Parijs

Jos en zijn vrienden zijn op vakantie in Parijs en ze bezoeken de Eiffeltoren, waar twee tienermeiden hen giechelend aanspreken.
“Mag ik met u op de foto?”, vraagt één van de meiden aan Jos.
“Waarom niet?” antwoordt hij.
Brent, een van Jos’ vrienden, maakt de foto. “Ik ben met Timo Bakker op de foto geweest,” hoort Brent een van de meiden zeggen als ze weglopen.
Jos kijkt verbaasd naar Brent.
“Word ik nu voor iemand anders aangezien? Ik vind het wel leuk om mee te spelen. Ik heb altijd al beroemd willen zijn.”
Tim grijnst. “Beetje jammer dat je niet het salaris van een beroemdheid hebt.”
“Misschien kan ik ze wat geld vragen als ze met mij op de foto willen?”, zegt Jos lachend.
Brent lacht. “Ik mag hopen dat je als accountant niet zo hoeft te schooien.”


De mannen beklimmen de Eiffeltoren, de metalen treden piepen onder hun voeten. Bovenaan blijven ze even staan om het uitzicht over de stad in zich op te nemen. In de lucht hangt de geur van bier, een mengeling van geroosterd graan en een vleugje bitterheid die je meteen doet denken aan een gezellige bar.
Brent zegt: “Ah lekker, die geur van bier.”
“Daar heb ik echt zin in, na al dat geploeter.”, zegt Tim.
“Laten we dan naar een bar gaan.”, zegt Jos.
Ze rijden naar een bar. Daar bestellen ze een Frans biertje, iemand begint “Onder de sterren van Parijs” te zingen, een nummer van Timo Bakker.
“Timo Bakker is hier!” , roept iemand.
“Zing jij niet mee, Timo?” , vraagt een andere gast.
Jos kijkt zenuwachtig naar zijn vrienden.
“Speel mee, zing gewoon,” moedigt Brent Jos aan.
“Ehm, ik ben geen zanger. Ik ben gewoon een normale toerist.”, zegt Jos.
“Ja, ja, dat zeggen ze allemaal, maar je ziet er echt uit als Timo!”, zegt een kale man.
De mensen blijven aandringen. Dus besluit Jos maar mee te zingen, om van het gezeur af te zijn. Hij kent de tekst niet, dus hij zingt maar wat. Hij kan ook niet zingen, dus hij zingt heel vals mee.
De mensen fluisteren tegen elkaar: “Zong hij altijd zo vals?” “Of zou hij een poliep hebben?”

De volgende dag is Jos wel heel nieuwsgierig; hij pakt zijn telefoon en typt de naam Timo bakker in. Hij blijkt een populaire volkszanger te zijn.
“Lijk ik echt op hem?” vraagt Jos aan Brent.
“Ja, je hebt wel hetzelfde blonde haar en de blauwe ogen.”
Jos zelf ziet het niet, maar is wel nieuwsgierig naar de muziek van zijn dubbelganger. Hij besluit het op te zoeken. Het blijkt zijn genre te zijn.
De mannen vinden online een artikel over de zanger van de Privé.
“Timo Bakker heeft geen hoge noten op zijn zang. Hij zong ontzettend vals in een Franse café.”
Jos fronst. “Dit is wel het laatste waar ik op zit te wachten. Straks raakt Timo zijn carrière kwijt door mij.”
Hij twijfelt of hij Timo Bakker moet bellen.
“Hoe kom je aan zijn nummer dan?”, vraagt Brent.
“Natuurlijk kost het niet zijn carrière. De privé is net zo betrouwbaar als buienradar,” zegt Tim.
“Jullie hebben wel gelijk,” zegt Jos aarzelend.

Later die dag bezoeken ze het Louvre. Tim houdt erg van kunst, dus hij kijkt zijn ogen uit. Jos staat tikkend met zijn voet, verveeld om zich heen te kijken. Hij houdt niet van kunst, het duurt zo lang om steeds naar hetzelfde schilderij te kijken. Jos gaat liever voetballen. Jos was zo in gedachten verzonken, dat voordat hij het weet, iemand roept: “Hé Timo Bakker, mag ik je handtekening?”
Jos raakt lichtelijk geïrriteerd en zegt: “Ik ben Timo niet, maar als je blijft aandringen, geef ik je wel een handtekening.”
Hij zet er wel “groetjes Jos” onder. Jos rolt met zijn ogen en kijk weer naar de Mona Lisa, met zijn handen in zijn zakken. “Dit is toch niet normaal. Waarom blijven mensen zo lang naar een schilderij staren? Wat is daar nou leuk aan?”
“Dit is een schilderij, Jos. Niet alles is voetbal en actie.”, zegt Brent.
“Was het maar voetbal, denk je dat we hier even een potje kunnen spelen?, zegt Jos.
“Jos, doe normaal. Weet je wel hoe duur die schilderijen zijn?”
“Ik zou er nog geen tientje voor betalen,” zegt Jos.
Brent zoekt op zijn iPhone hoe duur de Mona Lisa is. 750 miljoen dollar.
Jos zegt: “Maar dat komt alleen maar, omdat Leonardo Da Vinci het schilderij heeft gemaakt.”
Brent klapt sarcastisch in zijn handen. “Wat knap dat je weet welke schilder de Mona Lisa heeft gemaakt.”
Er loopt een Nederlandse toerist hard pratend voorbij.
Jos zegt: “Ja, toch. Ik ga even een grap uithalen met een toerist, moet je opletten.”
Jos zegt tegen de toerist: “Dus, ken je Timo Bakker?”
De toerist zegt: “Ja, ik ben een fan!”
“Nou, ik ben Timo Bakker, maar houd het voor jezelf, oké?” zegt Jos.
De toerist zegt: “Echt? Je hebt wel iets weg van hem!”
Jos kijkt even weg naar een groep toeristen en zegt lachend: “Ja, dat zeggen ze wel vaker.”

De volgende dag rijden de mannen naar de Arc de Triomphe , terwijl de muziek van Timo Bakker aan staat. Ze staan verveeld in de rij te wachten. Terwijl e de warmte van de zon op hun gezicht voelen, horen ze een Nederlands stel praten.
“Mag ik met jou op de foto, Timo,” zegt de man.
Jos fronst, hij klemt zijn kaak uit irritatie en zegt: “Ik ben Timo niet, dus nee.”
“Ah, doe niet zo gek, we weten dat je Timo Bakker bent, daar hoef je geen geheim van te maken. Maar mocht je niet op de foto willen, geen probleem hoor,” zegt de man.
Jos’ kaak spande zich nog meer van ergernis: “Ik ben niet Timo, maar vooruit.”
Hij denkt gefrustreerd: “Waarom ziet niemand mij voor wie ik ben? Het lijkt wel alsof ik in een film zit die zich steeds opnieuw afspeelt. Op deze manier ben ik er hopelijk zo snel mogelijk vanaf. Ik heb geen zin in een oeverloze discussie.” Het stel kijkt hem verbaasd aan, maar wil graag met hem op de foto. Tim maakt de foto en het stel loopt weg.

De vrienden rijden daarna naar hun hotel. Jos wordt steeds chagrijniger.
En zegt bijna dreigend: “Waag het niet om muziek van Timo Bakker aan te zetten.”
Terwijl ze staan te wachten op de lift naar de twaalfde verdieping, zegt een vrouw tegen Jos: “Hé Timo Bakker. Zou je een liedje voor mij willen zingen?”
Jos’ handen balden zich tot vuisten: “Dit is al de zoveelste keer, dit weekend. Ik ben Timo Bakker niet, echt niet.”
Hij laat met een zucht zijn ID-kaart zien.
De vrouw zegt: “Sorry” en druipt af.
Ze fluistert tegen haar vriendin, haar ogen naar Jos gericht: “Wat een chagrijn.”

Als ze op de twaalfde verdieping aankomen, terug in de hotelkamer, is Jos er echt helemaal klaar mee.
“Hoezo, zien ze mij elke keer voor Timo Bakker aan? Wie is die gast?”
Zijn vrienden proesten het uit.
“De eerste dag was het wel echt. Maar daarna hebben wij mensen gevraagd of ze jou aan willen zien voor Timo Bakker.”, zegt Tim.
“Klootzakken, zijn jullie,” zegt Jos.
“We wisten dat jij acteur wilde worden. Dus we dachten, we leren je even hoe het is om beroemd te zijn,” zegt Brent.
“We hebben wel kaartjes voor een concert van Timo Bakker om het goed te maken,” vult Tim aan.
Jos zegt: “Beroemd zijn hoeft voor mij niet meer hoor, wat vreselijk, al die aandacht steeds.”

Eenmaal terug in Nederland nemen de vrienden Jos mee naar een Timo Bakker-concert. Jos ziet hoe iedereen Timo om handtekeningen vraagt en denkt opgelucht: “Ik ben blij dat ik dit niet meer heb. Het idee om acteur te worden, is ook van de baan.”
Zijn vrienden regelen dat Jos Timo mag ontmoeten. Jos vertelt Timo over zijn ervaring in Parijs en dat hij zelfs in de Privé stond.
“Van de Privé trek ik me niks aan, die verkopen altijd onzin,” zegt Timo lachend.
Jos vertelt dat het de eerste keren echt was, maar dat zijn vrienden het daarna geïnitieerd hebben.
Timo giert het uit en zegt: “Wat een draken.”

Mirjam (24) heeft ME en POTS. Ze ontdekte haar liefde voor fictief schrijven via the Writers Project, nadat ze schrijven vooral gebruikte als uitlaatklep. Ze had nog geen ervaring met fictief schrijven , maar door the writers project merkte ze dat ze fictief schrijven ook leuk vindt om te doen. En het is goed te doen vanuit bed. Naast schrijven heeft ze ook een passie voor muziek.
Mirjam
schrijfster

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *