De dode muis onder de weegschaal
Lola ligt in gekrulde houding onder een deken. Ze heeft de deken over haar hoofd getrokken en zich verstopt voor de buitenwereld. De tranen lopen over haar wangen. Zal ze zich ooit nog beter voelen? De golf van verdriet lijkt eindeloos. Ze voelt een gapend gat, een leegte. Terwijl ze daar zo ligt, voelt ze dat haar poes met haar pootjes krabbelt. Ze probeert onder de deken te kruipen. Eenmaal onder de stof, nestelt ze zich tegen Lola aan. Het geeft een troostend gevoel. Langzaam komt Lola weer ter aarde. De zachte vacht van de poes tegen zich aan, laat haar iets minder eenzaam voelen.
Loes de roodharige poes, is een geschenk uit de hemel voor Lola. Ze heeft de poes geadopteerd van een stichting die zich inzet voor straathonden en -katten. Je kan je afvragen wie nou wie geadopteerd heeft.
Loes en Lola hebben veel meegemaakt samen. Ze hebben een bijzondere band, hoewel ze het eerste jaar behoorlijk aan elkaar moesten wennen. Loes werd ook wel ‘terrorpoes’ genoemd door haar vriendinnen. Als Tarzan sprong ze van de ene naar de andere plant, tot wanhoop van Lola. Die ging, tevergeefs, met een plantenspuit achter haar aan. Inmiddels blijven de planten staan (met uitzondering van de dolle momentjes). Loes is van terrorpoes getransformeerd naar hulppoes voor Lola.
Loes kwam bij Lola in een grote antikraakwoning wonen. Als je in geesten zou geloven, dan zouden die hier zijn. Het was een gehorig, vervallen huis. Lola had haar verjaardag gevierd in dit huis, daar was het groot genoeg voor. Ze had een lange eettafel gemaakt en samen met haar vriendinnen gegeten. Dit was de laatste keer dat Lola een etentje voor haar vriendinnen organiseerde en dat ze genoot van het eten in gezelschap.
Ze kan zich nu niet meer voorstellen dat je zo onbezonnen kan eten zonder schuldgevoelens.
In die vervallen woning, werd Lola ziek. Ineens was ze een periode altijd thuis. Ze ging niet meer de deur uit en deed de gordijnen niet meer open. Lola zat ineengedoken op de bank te huilen. Toen begon het, Loes wist dat het haar taak werd om voor Lola te zorgen. Dit was de eerste keer dat ze bij haar op schoot ging liggen. Ze kroop met haar kop dicht tegen Lola aan. Lola ontspande en de tranen stroomden. Loes probeerde het meest in de buurt te komen van een menselijke knuffel. Ze hebben een tijd zo samengezeten.
Lola
Het was een eenzame strijd. Op werk viel ze plotseling uit. Lola had geen grip meer op zichzelf. Soms kon ze niet meer stoppen met huilen. Haar lichaam was continu aangespannen: hartkloppingen, gespannen spieren, buikpijn, slapeloosheid, piekeren. Ze kon bepaalde taken ineens niet meer uitvoeren. Haar hersenen leken niet meer te functioneren. Het was een donkere en zware periode. De focus op ‘gezond’ eten nam toe, hier had ze controle over. Ze had nog geen idee dat dit een uitgelezen kans was voor het ontwikkelen van anorexia.
In deze donkere periode waren ze genoodzaakt te verhuizen. Ze gingen samenwonen met een huisgenoot, Roos. Roos was door het dolle heen dat er een poes in huis kwam. Loes moest echter erg wennen. Ze was totaal gefocust op Lola. Ze volgde Lola overal in huis en sliep bij haar op de kamer. De eerste periode keek ze nauwelijks op of om naar Roos.
De ochtenden waren het zwaarst voor Lola. Ze werd al met een zwaar en beladen gevoel wakker. Om dit even te verlichten, ging ze meteen hardlopen. Dat het sporten zou uitlopen tot dwangmatig gedrag had ze nooit gedacht.
Ook in haar kamer zette ze het bewegen voort. Loes had de kwaliteit ‘in de weg lopen’. De sportmat was de perfecte plek om te gaan liggen. De rare bewegingen die Lola maakte, vond Loes erg interessant. Ze zag het als één groot speelkwartier. Ze maakte het Lola bijna onmogelijk om haar oefeningen te doen.
Loes liep ook in de keuken in de weg. Deze plek bezorgde Lola veel spanning. Ze volgde Lola, zoals altijd, maar ook omdat ze hoopte iets lekkers te krijgen. Lola was meestal zo in haar hoofd verzonken en zenuwachtig, dat ze soms struikelde over Loes. Liep Loes expres zo in de weg?
Loes wilde alleen maar helpen. Zo ook, met dat rare, vierkante ding waar Lola steeds op ging staan. Loes had een vermoeden dat dit object niet goed was voor Lola. Ze had er zelfs meerdere van en ging op verschillende momenten op de dag (met en zonder kleren) op dat rare ding staan.
Op een dag hoorde ze een schreeuw van Lola. Schuldbewust verstopte Loes zich. Ze had haar grijze vangst onder het glazen, vierkante object gelegd. Lola was er op gaan staan en was zich rot geschrokken. Mooi! dacht Loes, hopelijk zou ze hier van leren en dat ding een keer wegdoen!
Lola volgde al een tijdje een behandeling voor haar eetstoornis. Door de coronapandemie waren de therapiesessies overgegaan naar Zoom. Hierdoor was ze genoodzaakt om zich thuis te wegen. Deze obsessie ging van kwaad tot erger. Toen ze het dode muisje onder een van haar weegschalen vond, schok ze zich dood. Zou dit een boodschap zijn van Loes?
Loes maakte zich steeds meer zorgen om Lola. Ze was fysiek verzwakt geraakt. Zo was er die ene nacht, waar Loes met haar kopje op het hart van Lola had gelegen. Het ging niet goed met Lola, ze kreeg de indruk dat ze benauwd was. Zou ze wel wakker worden de volgende dag? Loes had een trucje en ging dicht met haar neus bij de neus van Lola om te voelen of ze ademde.
Toen kwam het moment dat Lola ineens weg was. Loes was inmiddels wel aan huisgenoot Roos gewend, maar waar was haar baasje? Kwam ze nog terug? Na een week was Lola een weekend thuis: oververmoeid en verdrietig. Dat eerste weekend was Loes kwaad op haar. Ze keerde haar rug naar Lola toe en negeerde haar. Ze vond het maar niks dat ze ineens weg was. Die vreemde geuren die om Lola heen hingen, schrokken haar ook af.
Lola bleef veel weg en kwam alleen in het weekend thuis. Ze volgde eindelijk de behandeling die ze nodig had: een intensieve behandeling op locatie. Als Lola het weekend thuis was, dan pakte haar steun en toeverlaat haar taak weer op en kroop tegen haar aan op de bank. Dit heeft een paar maanden geduurd. Loes merkte op dat haar baasje langzaam weer de oude werd. Er kwam weer leven in haar. Ze huilde minder en was tegelijk minder apathisch. Dat vond Loes fijn, omdat ze nu ook meer energie had om met haar te spelen.
Loes was inmiddels ook gehecht geraakt aan Roos. Roos zorgde het grootste deel van die periode voor haar. Ze ging bij Roos op bed liggen en af en toe kroop ze op haar schoot. Maar zodra Lola thuis kwam, was alle aandacht op Lola gericht. Gek genoeg wist ze wanneer Lola thuiskwam. Al stond Lola op de hoek van de straat, Loes rende dan naar de deur en miauwde net zolang tot Lola binnen was. Roos was hier wel een beetje jaloers op.
Na deze onstuimige periode zijn ze weer verhuisd. Deze keer naar een eigen woning waar ze kunnen blijven. Lola kwam weer thuis en ze waren weer samen.
In het nieuwe huis lijkt het allemaal op zijn plek te vallen. Het huis met het mooie uitzicht, geeft rust. Het gaat beter met Lola. Loes hoeft niet meer over haar baasje te waken, die is een stuk levendiger. Er is minder spanning in de keuken en Lola gaat vaker de deur uit. Ze pakt ook hobby’s op. Zo heeft ze een tafel met allemaal creatieve spulletjes. Loes vindt het moeilijk om zich in te houden want het liefst zou ze hier mee gaan spelen.
Er zijn nog momenten dat Loes troost aan Lola moet bieden. Deze momenten stoppen nu eerder en duren niet meer maanden achter elkaar. Loes heeft er vertrouwen in dat Lola niet meer zomaar zal verdwijnen. Op dit moment geniet ze vooral van haar welverdiende rust.
Dit verhaal is geschreven door een vrouw die aan het herstellen is van anorexia. Wil jij mensen steunen in deze strijd? Doneer dan voor het inloophuis Praktijkhuis Inspiration in Hoofddorp. Een plek waar mensen begrepen, gezien en gesteund worden tijdens dit moeilijke ziekteproces.

ontroerend en zo levendig geschreven !
Wat een prachtig ontroerend verhaal! Zo zie je maar hoe dieren mensen kunnen helpen!