Waar een wil is, is niet altijd een weg

Er is een oud gezegde dat luidt: Waar een wil is, is een weg. Maar wat als de wil er wel is, maar de weg is bedekt met mist, onzichtbaar en onbereikbaar? De wil om beter te zijn is er, altijd. Maar elke keer dat ik probeer die weg te vinden, bots ik tegen een muur van angst, schaamte, en een gevoel van falen. Ik voel mij eenzaam in deze warrige maatschappij. Alles voelt alsof het boven mijn kunnen is en ik de wereld niet aankan. Alsof ik verdwaald ben in een wereld waar ik geen controle heb. Er is vaak een maatschappelijke druk om er goed uit te zien of er wordt alleen maar gezegd, “Wat eet je veel!” Of, “Het is toch makkelijk, gewoon minder eten, dan val je af”. Wat men vergeet, is dat er een diepere oorzaak ligt onder het gedrag dat (on)zichtbaar is. Het wordt tijd om die kant zichtbaar te maken. Eetstoornissen worden vaak gezien als een probleem van gebrek aan wilskracht of zelfbeheersing. Maar eetstoornissen zijn complexe psychische aandoeningen die vaak voortkomen uit dieperliggende psychologische of emotionele problemen, zoals trauma, stress, depressie of angst.

Het is kwart voor vijf in de middag. Het begint donker te worden buiten. Ik pak mijn fiets die voor het grote gebouw geparkeerd staat, naast vijftien andere fietsen. Het ‘grote gebouw’ is het gebouw waar ik therapiesessies krijg. In Den Haag, langs het water. Ik doe de sleutel in de fiets en draai het slot om. Mijn fiets staat vast tussen een paaltje en de fiets naast die van mij. Hier kan ik wel om huilen. Waarom lukt het toch niet om een keer ‘normaal’ de fiets te kunnen pakken? Wie heeft het bedacht om die fiets zo dicht bij mijn fiets te parkeren? Pffff. Ik zet het voorlicht aan, ik zet het achterlicht aan en ik rij de fiets naar achteren. Ik parkeer de fiets even op zijn standaard. Ik doe mijn oortjes in en zet de muziek net zo hard totdat ik het verkeer langs de drukke weg niet meer hoor. Bij het wegrijden, knal ik bijna tegen een voetganger aan. Niet gezien. Stom. Pfff. Met een bonzende hartslag en wat duizeligheid fiets ik verder. Voordat ik thuis kan douchen en op de bank kan ploffen, moet ik eerst nog langs de supermarkt. Ik hoef alleen maar kwark voor morgenochtend, een sixpack Cola Zero en kant en klare tomatensoep voor vanavond te halen. Ik heb na therapiesessie geen zin meer om te koken.

Ik parkeer de fiets bij de supermarkt. Gelukkig, er is nog plek voor mijn fiets.
Oké Kim, alleen de kwark, Cola Zero en tomatensoep. Meer niet.

Het is half zes. Het is al donker buiten. Tijdens het naar binnenlopen, loop ik tegen iemand aan die klaar is in de supermarkt en naar buiten loopt. He… ik pak een rollend mandje en ik ga de boodschappen straks afrekenen bij de zelfscankassa.

Oké Kim, je hebt zin in paprikachips, je kan de winkel niet verlaten voordat je de paprika chips in je mandje hebt.

Nee Kim, alleen de kwark, Cola Zero en tomatensoep. Meer niet.

Ik loop naar de volgende gang.

O Kim, eierkoeken met slagroom is ook wel lekker. Dat heb je nog niet. Koop dat ook. Je kan de winkel niet uit, voordat je de eierkoeken met slagroom hebt afgerekend.

O, die pizza waar je nu voorbij loopt, stop ook maar in het mandje. En aan de overkant van de pizza’s ligt snoep. Vooruit: één snoepverpakking mag je wel kopen. Boeie!

hebt nu de groene kikkers in je mandje, maar dat is niet genoeg. Ik wil nu ook dat je de zoete drop meeneemt, de roze varkentjes en de aapjes. Doe maar in je mandje. Niet verderlopen hoor.

Ondertussen is mijn mandje gevuld met kwark, een sixpack Cola Zero, kant en klare tomatensoep, paprikachips, eierkoeken, slagroom, pizza, vier zakken snoep… ik wilde alleen de kwark, Cola Zero en tomatensoep hebben. Maar tijdens het lopen in de supermarkt voelt het alsof er heel veel mini balletjes door mijn lichaam heen gaan. Geen enkel balletje komt in de gaatjes terecht. Ik kan pas verder met mijn leven als alle balletjes in de gaatjes zitten. Ik kan het niet verdragen als ik niet naar mijn hoofd heb geluisterd. Het voelt niet compleet. Gaat mijn leven er dan heel anders uitzien als ik het niet koop? Dat wil ik niet. Ik moet het kopen.

Ik kom bij de kassa, maar mijn hoofd gaat nu door over chocolade en poffertjes. Er komt steeds een ander product in mijn hoofd (en in mijn mandje) bij. De hele omgeving ben ik vergeten. Ik krijg niet meer mee wie er allemaal om mij heen loopt. Ik weet niet hoe laat het is en ik weet niet hoe lang ik al in de supermarkt ben. De wereld om mij heen is vaag. Ik zie wazig en ik hoor geluiden niet tot ver op de achtergrond. Ik weet wel dat ik geld van mijn spaarrekening naar mijn betaalrekening moet overmaken, omdat de boodschappen veel duurder uitvielen dan ik van tevoren berekend had. Niemand mag weten wat er gebeurt. Het heeft invloed op mijn hele leven, zelfs op mijn financiën. Ik geef honderden euro’s uit aan boodschappen, de bakker, eten bestellen, uiteten, aankopen op het station, avondwinkeltjes waar ik (niet) voorbij loop.

Ik ben bang.
Ik ben bang voor de wereld om mij heen. Ik wil niet meer hoeven vastklampen, maar het is zo moeilijk om los te laten. Ik wil geloven in mijn eigen kracht; ik heb de angst om de verantwoordelijkheid te nemen. En hoe ik naar mijzelf kijk, is vol walging.

Niemand mag jou, Kim.
Je hebt het verpest.
Iedereen is nu boos op jou
Je kan het niet.

Mijn lichaam en geest zijn dingen die ik niet kan vertrouwen. Het gevoel dat ik ervaar na het spelen van een ervaringstheatervoorstelling of van het geven van een geslaagde workshop. Dat voelt als vrijheid. Dan voel ik mij voldaan en trots. Dat wil ik altijd ervaren.

Elke dag is een strijd.

Mijn gewrichten doen pijn, ik voel me uitgeput en soms lijkt mijn lichaam niet meer mee te willen werken. Ook mijn veters strikken, scheren of mijn billen afvegen zijn voor mij handelingen waar ik als een berg tegenop zie. Als ik naar een restaurant ga, pas ik niet altijd in de stoel. Hetzelfde geldt voor bioscoopstoelen, theaterstoelen, kermisattracties, zitjes in de tram en trein en van die plastic campingstoelen. De stoelen zijn te smal of houden mijn gewicht niet. Hetzelfde geldt voor een fiets. Alleen de elektrische fiets heeft de kracht om mij te dragen. Ook achterin de auto pas ik niet. Als ik met iemand mee moet rijden, doet mij dat van tevoren al veel verdriet. Daarnaast kan ik in merkwinkels geen kleding meer kopen. Hun grootste maat is vaak XXL. Terwijl mijn maat zeker 4XL is. Ik heb nu de grootste maat bij online kledingwinkels. Wat als ik nog zwaarder word? Waar kan ik dan mijn kleding kopen? En waarom hebben de merkwinkels geen kleding in mijn maat? Ze gaan toch altijd met de mode mee? Nou, daar merk ik weinig van. Ik voel mij buitengesloten. In dit lichaam ben ik nergens op mijn plek.

Het is één uur ’s nachts.
Ga maar naar de snoepkast Kim, eet alles op. Voor die tijd mag je niet verder gaan met slapen. Je moet gaan eten
Maar hoofd, het is ’s nachts? Het is niet normaal om nu te gaan eten? Ik weet niet of ik honger heb of dat ik zo misselijk ben van de soep, pizza en twee eierkoeken met slagroom.
Je hebt niks te kiezen, Kim. Sta op en eet de kast leeg!!!

Ik loop naar de kast. Ik prop tientallen snoepjes in mijn mond. Ik maak nog een eierkoek met slagroom. Ik werk vijf handjes chips naar binnen. Dan nog wat snoepjes, nog twee. O nee, nog vier. Nee, nog zes. Nog vijftien. Nee, nog steeds geen rust. De balletjes rollen weer uit de gaatjes. Meer. Meer. Ik geniet er niet van. Ik ben niet eens bewust van wat ik eet. Ik proef het niet. Het voelt alsof ik een soort black-out heb. Een beetje hetzelfde als in de winkel. Toen moest ik het eten kopen, nu moet ik het eten eten. Het is onmogelijk om de eetbui te stoppen. Alles gaat nu op de automatische piloot. Daarna voel ik mij leeg. Ik weet niet eens wat ik allemaal gegeten heb en hoeveel. Ook schaam ik mij voor de dingen die ik gegeten heb en ben ik daarom boos op mijzelf. Wilde ik mijzelf troosten voor het verdriet dat binnen in mij schuilt? Wilde ik mijzelf verdoven en niet voelen? Is dit mijn manier om met het leven om te gaan? Ik heb even afleiding gehad van het onweer in mij. Ik bedenk ineens dat ik dit eetprobleem telkens heb. Ook als ik eten online bestel, blijft er meer in mijn mandje gaan. Ik kan niet één product bestellen, niet één product eten, dan rollen de balletjes niet in de gaatjes. Ook als ik in de bioscoop loop, kan ik niet één iets bestellen. Saboteurkim blijft schreeuwen dat ik er dingen bij moet nemen, voordat ik verder kan met mijn leven.

Het is die paar seconden waarin ik alles vergeet.
In een andere wereld ben ik dan, compleet.
En in mijn hoofd zeggen stemmetjes: “wat boeit het nou nog. Jouw dieet”.
Je eet en vergeet tegelijkertijd je leed.
Maar eigenlijk tegen beter weten in, anders weet.
Eigenlijk is het dus best fijn.
Om even in die andere wereld te zijn.
De wereld die over een tijd ook jouw realiteit zal zijn.
Even een paar seconden. Een paar seconden zonder pijn.
Want al regent buiten, op dat moment is het in jouw hoofd toch even zonneschijn.
Dat je dit schrijft is al een grote stap trouwens, al lijkt ie zo ontzettend klein.
Maar al zit je vol boosheid, onbegrip en verdriet.
Op het moment van veel eten, zit je dat even niet.
Het moment dat je alles even achter je liet.
Geen zorgen, op geen enkel gebied.
Maar helaas is dat maar voor even.
Stop je met eten, ben je weer in échte leven.
Aan het overleven.
Je wil naar het beste streven.
Alles geven.
Niet genoegen nemen met een zeven.
Je bent wel altijd jezelf gebleven.
Kunt na dat eten jezelf niet vergeven.
Je vond het wat overdreven.
Hoe heb jij een Godsnaam aan dat stemmetje toe kunnen én durven geven?
Je hebt gefaald.
Hebt je doelen van die dag niet gehaald.
En dan vraagt dat stemmetje aan jou wat het dan nog allemaal ook uitmaakt.
Eigenlijk ben je alles in jou diep geraakt.
Je hebt tenslotte ook al veel moeten voelen, je hebt veel meegemaakt.
Je hebt nu moeilijke gedachtes voor jezelf veroorzaakt.
Waardoor jouw lichaam staakt.
Het is genoeg.
Het is de narigheid van het leven dat jou bijna versloeg.
Maar eigenlijk is het heel logisch wat je doet.
Ieder mens wil toch gelukkig zijn?
Eten helpt jou op dat moment om alles te vergeten.
Dan ben je gelukkig.
Je stopt dan alles weg.
Je bent continu met jezelf in overleg.
Eten is jouw manier van overleven.
Het komt goed.
Maar blijf tot die tijd soms maar even in die andere wereld zweven.
Totdat jij jouw nieuwe ik letterlijk en figuurlijk ontmoet.

Kim (25) begon haar loopbaan als docent Nederlands, maar werkt nu als ervaringsdeskundige binnen de jeugdzorg en GGZ. Zo geeft ze workshops en speelt ze in ervaringstheatervoorstellingen. Kim leeft haar leven met een eetstoornis, dwangstoornis, persoonlijkheidsstoornis en met verschillende trauma’s uit haar verleden. Ze schrijft teksten over haar innerlijke binnenwereld en het doel is dan ook om mensen te laten ervaren hoe het is om met verschillende stoornissen te leven Foto is gemaakt door @evita_xx
Kim
schrijfster

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *